Een angstcultuur bij ons? Kom op zeg!

Een angstcultuur in onze organisatie 1

Het valt me op dat er de laatste maanden regelmatig wordt geschreven over angstculturen in organisaties. Zoals in het NRC onlangs, waar een uitgebreid artikel over dit onderwerp was te lezen*. Betekent dit dat er sprake is van een toename van angst in bedrijven of weerspiegelt het wellicht de onrust in de samenleving? En waar hebben we het eigenlijk over als we praten over angstcultuur?

 

Aanhoudende emoties

Een angstcultuur is er nooit zomaar, maar ontstaat door langdurig aanhoudende emoties op de werkplek. Kenmerkend is ook dat deze emoties vaak niet erkend, laat staan opgepakt worden door het management. Zo veranderen ze geleidelijk aan in stemmingen om uiteindelijk in de vorm van gewoonten onder de radar te gaan zitten. Een emotie als boosheid bijvoorbeeld slaat om in aanhoudende irritatie en mondt uiteindelijk uit in gevoelens van vijandigheid. Of de emotie angst die verandert van nerveus gedrag in een continue staat van verontrusting. Welke aanhoudende emoties het ook zijn, ze illustreren alle een vorm van veronachtzaming.

 

Hoe kan het zover komen?

Vooral het hebben van negatieve emoties roept bij mensen gevoelens van gene, schuld of schaamte op. We horen ze namelijk niet te hebben, maar ondertussen ervaren we ze wel. De neiging om ze te verstoppen maakt ze moeilijk bespreekbaar en dat geldt zowel voor medewerkers als leidinggevenden. Als er emoties in het spel komen of dreigen te komen, dan rationaliseren we ze meestal weg. Zo worden de emoties ontkend en daarmee ook een belangrijk deel van onze persoonlijke beleving.

 

Complexe gevoelens

De emotie-ontkenning leidt tot verwarring bij medewerkers over hun eigen gevoelservaring. Klopt het wel wat ik ervaar of valt het eigenlijk allemaal wel mee? Gaat iemand er toch over in gesprek met zijn leidinggevende, dan is ontkenning vaak zijn deel. Hij krijgt te horen dat hij beren op de weg ziet die er niet zijn. Zo wordt niet alleen de emotie ontkend, maar ook de verwarring die ervan het gevolg is. De gevoelsmatig complexe situatie brengt gemakkelijk gevoelens van angst teweeg, zeker als de medewerker zich ook nog eens schuldig voelt over de ontstane situatie.

 

Onbedoelde bijdragen van leidinggevenden

Het verhullen van negatieve ervaringen of emoties en het wegwuiven van tegenstellingen door leidinggevenden bevordert ongewild een angstcultuur. De reacties van de leidinggevenden in het NRC-artikel zijn tekenend. Zoals de situatie van de SP-medewerker die zich jarenlang het vuur uit de sloffen liep en niet de waardering kreeg die ze verdiende. De reactie van Emile Roemer in het artikel is veelzeggend: “Spreken van een angstcultuur? In mijn fractie? Kom op zeg.” Het is niet alleen de ontkenning, maar ook zijn positie als partijleider die de angstcultuur voedt.

 

Hoe dan wel?

Er bestaan voor de processen die ten grondslag liggen aan een angstcultuur helaas geen eenvoudige oplossingen. Wel bieden de verhalen in het artikel goede aanknopingspunten voor het creëren van een opening. Bijvoorbeeld door de beleving van medewerkers serieus te nemen en niet te ontkennen, hoe zeer ze ook afstaan van de waarden waar een organisatie voor staat. Door het in de organisatie juist wél te hebben over emoties die van het werk afkomstig zijn, hoe lastig dan ook. Leidinggevenden kunnen gesprekken hierover stimuleren door bewust de tijd te nemen voor reflectie op gevoelige kwesties. Voor hen is het de uitdaging om op hun handen te gaan zitten en goed te luisteren, omdat de respons die ze geven extra gewicht in de schaal legt en daarmee de angstcultuur kan voeden of juist helpen afbreken.

 

* Geen plek voor kritiek, werken in een angstcultuur (NRC, 30-09-2017)

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest