Het nieuwe leiderschap in de Nederlandse bestuurskamers

Het artikel suggereert dat de zittende bestuurders de vernieuwing zelf in de weg staan door de jonge generaties de weg te versperren. En de RvC-leden, veelal babyboomers, dragen hun steentje bij door bestuurders te benoemen die vooral op henzelf lijken. Wat kunnen we van dit onderzoek leren?

HEBBEN ZIJ WEL DE GEWENSTE EIGENSCHAPPEN?
Ten eerste dat de oplossing voor het probleem wel erg voor de hand ligt: vervang de huidige generatie bestuurders en commissarissen voor de opvolgende generatie. Maar wie of wat garandeert ons dat zij wel over de gewenste eigenschappen beschikken? Veel van hen hebben carrière gemaakt in hetzelfde systeem als hun voorganger. Bovendien maakt deze vervanging van personen niet duidelijk welke verandering nodig is in onze leiders. Ten tweede dat leiderschapskenmerken opgevat worden als karaktereigenschappen van personen. We gaan op zoek naar de juiste man of vrouw op de juiste plaats en realiseren ons onvoldoende dat deze aspecten relationeel van aard zijn en samen tot stand komen. De ander ontbreekt in dit verhaal over leiderschap. Ten derde, de gewenste vorm van leiderschap wordt gepresenteerd als een doel op zich en niet als middel tot. Er spreekt geen urgentie uit de wens tot ander leiderschap in de zin dat het bijdraagt aan waardecreatie voor klanten, engagement van medewerkers of sociaal bewust ondernemen. Dat verzwakt het pleidooi voor nieuw leiderschap aan de top. Ten vierde problematiseert het artikel het vraagstuk van het gewenste leiderschap. Het beschrijft wat er niet is, wat er mis is en wat de vermoedelijke oorzaken zijn. Dat is een mooie wake up call, maar het geeft geen inzicht in de factoren die bijdragen aan het gewenste leiderschap aan de top.

AANSPREEKBAAR ZIJN OP EIGEN HOUDING EN GEDRAG
Doekle Terpstra, bestuursvoorzitter van Inholland, wordt in het artikel geciteerd. Hij biedt een opening voor het banen van de weg naar nieuw leiderschap. Door verbinding te maken met alle belanghebbenden en aanspreekbaar te zijn op eigen houding en gedrag. Ook door als leider meer oog te hebben voor gedrag, cultuur en soft skills en minder stoer te willen zijn. Ik sluit me daar van harte bij aan en voeg er graag een suggestie aan toe. Namelijk door als leider het nieuwe leiderschap niet in de boardroom te bespreken, maar het zichtbaar en bespreekbaar te maken in de dagelijkse communicatie en interacties met de mensen in de organisatie.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest