Het FD zet de schijnwerper op collegaatje pesten

pesten-140

Vorige week presenteerde het FD Pesten op de Werkvloer prominent op de voorpagina, gevolgd met twee extra pagina’s elders in de krant. Het verhaal kwam op mij over als de presentatie van een echte business case, getuige enkele data in het artikel:

 

  • Pesten wordt door onderzoekers en specialisten benoemd als een probleem (door het CBS en TNO);
  • Het probleem wordt kwantitatief gemaakt: ruim 7% van de werkende bevolking (500.000 mensen) wordt wel eens gepest en voor 80.000 van hen gebeurt dat structureel;
  • Dit kost de BV Nederland vier miljoen extra verzuimdagen, of wel 900 miljoen aan extra loonkosten;
  • Ook de individuele effecten zijn groot: angstaanvallen, PTSS en depressies voor degenen die gepest worden en sociale ontwrichting voor gezin, familie en vrienden;
  • Er is een speciale stichting in het leven geroepen (stichting pesten op de werkvloer) die dit probleem aanpakt.

Zonder het probleem te willen bagatelliseren, je zal maar gepest worden, wil ik ook wel enkele kanttekeningen plaatsen. Zoals de vraag wie nu eigenlijk bepaalt wat pesten is. Ik kan me goed voorstellen dat wat in de ene situatie als grensoverschrijdend gedrag wordt gezien, in een andere situatie opgevat wordt als een gevatte opmerking of een ‘goede’ grap. In plaats van het tot landelijk probleem te maken, zie ik het liever klein gemaakt. Hoe gaan mensen in de dagelijkse praktijk om met grensoverschrijdend gedrag, van welke soort dan ook?

Mijn tweede kanttekening gaat over de gevolgen van het in de schijnwerpers zetten van pesten. Minister Asscher heeft nu geld uitgetrokken en komt met spotjes en met een speciale website. Ook de in het artikel genoemde stichting maakt er werk van. Wordt het daardoor beter bespreekbaar of verdwijnt het juist in de onderstroom, omdat het zo’n gevoelig onderwerp is? Ik weet niet of deze strategie soelaas biedt, wel zie ik als pluspunt dat er bewustzijn op kan ontstaan.

Mijn derde kanttekening gaat over het aanvliegen van het pesten als een probleem. Waarom vliegen we het gesprek niet aan langs de wens of noodzaak om een klimaat van vertrouwen, openheid en samenwerking te scheppen? Over de wenselijkheid ervan, hoe dat er in de praktijk uit kan komen te zien, wat mensen daarvoor moeten doen en laten en welke voordelen het heeft. Zo’n gesprek levert in mijn ogen meer en bruikbare kennis op dan praten over wat mensen niet willen. Mensen verbinden zich waarschijnlijk ook wat gemakkelijker met een gedeeld streven dat belangrijk voor ze is en waar niet zoveel spanning op zit, dan met een onderwerp waar schaamte op zit.

Mijn idee is dat deze framing van het vraagstuk niet, en misschien zelfs averechts, werkt. Managers krijgen er zo weer een probleem bij, zonder een oplossing aangereikt te krijgen. De suggestie die het artikel impliciet doet om een expert in huis te halen, vind ik wat kort door de bocht. Zonder daarmee overigens vakcollega’s te kort te willen doen. Maar waarom starten we niet met de aanname dat organisaties wel in staat zijn om dit vraagstuk zelf aan te pakken?

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest