Als topmensen over hun bedrijf plassen

Foto GIER

Afgelopen vrijdag. Ik lees met verbazing de kop van het FD: “NS is een gewond dier waar de gieren omheen cirkelen.” Aan het woord is Roger van Boxtel, sinds twee maanden de nieuwe topman van de NS. Nieuwsgierig lees ik verder en kom nog enkele markante ontboezemingen van hem tegen als: “NS is te verkokerd, afdelingen werken soms langs elkaar heen en het bedrijf is niet open genoeg.” Wat te denken van de volgende uitspraak: “ Wat mij opvalt bij NS is het ontbreken van de wil samen te winnen. Ik zie te veel eilandjes binnen één bedrijf. Elkaar tegenwerkende krachten, mensen die hun afdeling beter vinden dan de buren.” Vanwaar mijn verbazing?

Een aantal gedachten schieten door mijn hoofd. De eerste is: hoe denk je de medewerking van je mensen te krijgen met zo’n verhaal? NS-medewerkers die al jarenlang met hart en ziel goed rijdende treinen en dienstverlening leveren en dan moeten lezen dat ze de wil missen om samen te winnen. Hoezo, dat doen ze toch iedere dag? Mijn tweede gedachte is, dat hoe gedegen de analyse van Van Boxtel ook mag zijn, deze eenzijdig en onvolledig is. Er zijn naast zijn verhaal ongetwijfeld vele, afwijkende, verhalen te vertellen, die ook allemaal waar zijn. Van de dienstverlening die iedere dag wordt geleverd, de vele verbetersuggesties die medewerkers doen en van de vaak dubbelzinnige en enorme hoeveelheid eisen die aan het NS-personeel worden gesteld. Maar die verhalen hoor je niet en daarmee diskwalificeert Van Boxtel een deel van zijn medewerkers. Mijn derde gedachte is dat hij zich positioneert als een, weliswaar betrokken, toeschouwer en een analyticus en observator van het bedrijf dat hij leidt. Hij zet zichzelf niet neer als een speler en onderdeel van het bedrijf, als iemand die juist veel invloed kan uitoefenen en mede-verantwoordelijk is voor de toestand waarin het bedrijf zich bevindt.

Van Boxtel is niet de enige die over zijn bedrijf plast. Een week geleden deed ook zijn collega Pier Eringa van ProRail een duit in het zakje door openhartig zijn mening over de situatie van het bedrijf te geven. Wat beweegt deze mensen om zo naar buiten te treden en misschien nog belangrijker, wat beogen ze ermee? Want het gaat er niet om of ze gelijk hebben of dat ze wel of niet loyaal aan hun bedrijf zijn. Dat zijn ze ongetwijfeld. Het gaat hier om de implicaties die hun uitspraken hebben en die de situatie ongewild verergeren.

Topmensen maken een klassieke fout als ze de waarheid claimen of menen deze in pacht te hebben. In de relatie naar anderen toe maken ze het zichzelf en anderen onmogelijk om nog bruggen te slaan en toe te geven dat andere werkelijkheden ook waar kunnen zijn. Andere werkelijkheden worden gediskwalificeerd. Daarom weigerde staatssecretaris Mansfeld om Eringa vorige week de hand te schudden. Daarmee simplificeren ze de vaak complexe en weerbarstige werkelijkheid tot één dominant verhaal dat alle andere overstemt. Wie durft nu nog binnen de NS en ProRail een tegengeluid te laten horen? Topmensen doen zichzelf door zo’n strategie ernstig tekort, omdat er eerder deuren dicht dan open voor ze gaan. Wat zouden ze wel kunnen doen?

Een betere strategie die ze kunnen volgen is hun primaire aandacht te verleggen van het vinden van de beste inhoudelijke oplossing naar het creëren van sterke relationele verbindingen en betekenisvolle communicatie tussen mensen en eenheden van het bedrijf. Hoe? Door veel aanwezig te zijn, te luisteren naar de verscheidenheid aan verhalen die er zijn en deze met elkaar te verbinden. Kenmerkend voor een cultuur van sterke relationele verbindingen, ook wel hoog-relationele werkrelaties genoemd, is dat mensen zich uitspreken en verantwoordelijkheid nemen voor hun woorden en acties. Hun meningen en standpunten kunnen kritisch worden bevraagd en zijn inwisselbaar voor betere. De gesprekken gaan over onderwerpen die er werkelijk toe doen en leiden tot breed gedragen oplossingen. Confrontaties worden niet uit de weg gegaan maar op respectvolle wijze aangegaan. Zo’n relationele strategie creëert een bedding van vertrouwen en veiligheid waarin mensen, kleine en grotere beslissingen durven nemen, en durven experimenteren, in alle lagen en op alle niveaus van de organisatie. Dan kunnen veranderingen echt op gang komen. Daarbij past dan eerder een faciliterende, relationele leiderschapsrol dan één die ongewild bijdraagt aan verdere polarisatie binnen het eigen bedrijf.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest